Zesde richtlijn verplicht niet tot mondiaal pro rata toerekening

Zesde richtlijn verplicht niet tot mondiaal pro rata toerekening

Het Europese Hof van Justitie heeft geoordeeld dat de Zesde richtlijn EU-lidstaten niet verplicht rekening te houden met de omzet van de in andere lidstaten of in derde landen gevestigde bijkantoren van die vennootschap (mondiaal pro rata).

Casus
In casu wil de Franse Belastingdienst btw naheffen omdat de bank (Credit Lyonnais) met gebruikmaking van een ‘mondiaal pro rata berekening’ te weinig btw had afgedragen. Het hoofdkantoor is het hier niet mee eens, hetgeen uiteindelijk heeft geleid tot het stellen van prejudiciële vragen aan het Europese Hof van Justitie.

Het Hof oordeelt dat het standpunt van de Franse Belastingdienst juist is: “De Zesde richtlijn (77/388/EEG) moet zo worden uitgelegd dat zij de lidstaten niet verplichten te bepalen dat bij de berekening van het pro rata voor aftrek van een vennootschap waarvan het hoofdkantoor op hun grondgebied is gevestigd, rekening wordt gehouden met de omzet van de in andere lidstaten of in derde landen gevestigde bijkantoren van die vennootschap.”

Dit oordeel is conform de conclusie van 28 februari 2013 van Advocaat-Generaal P. Cruz Villallon.

Bron: Fiscaaltotaal.nl