Toggle navigation

Contact

Bel onze adviseurs
020 - 344 59 00,
of e-mail ons geheel
vrijblijvend
info@koppeladvies.nl

Geschreven door:
Bas Hollenberg

13-02-2014

Verliesverrekening en fiscale eenheden

Verliesverrekening en fiscale eenheden

Een verlies in de vennootschapsbelasting wordt verrekend met de winsten van het voorafgaande jaar en de negen volgende jaren. Op verzoek kon worden gekozen voor verrekening met drie voorgaande en zes volgende jaren. Wanneer een BV wordt opgenomen in een fiscale eenheid wordt het boekjaar voor de winstberekening gesplitst. Het deel van een jaar waarin de BV zelfstandig belastingplichtig was wordt aangemerkt als een afzonderlijk jaar. Op die manier kan voor de heffing van vennootschapsbelasting de winst over deze periode worden bepaald. Het statutaire boekjaar van de dochtermaatschappij verandert niet door opname in een fiscale eenheid in de loop van een jaar. De Hoge Raad heeft in een arrest uit 2010 gezegd dat het begrip boekjaar inhoudt de periode waarover een onderneming financiële verslaglegging uitbrengt. Hoewel dit arrest betrekking heeft op de omzetbelasting, geldt de uitleg van het boekjaar ook voor andere belastingsoorten. Het boekjaar van een vennootschap blijkt immers uit de statuten.

De Belastingdienst hanteerde de wetsbepaling die winstsplitsing voorschrijft bij opname in een fiscale eenheid ook voor de verrekening van verliezen. Het ging om een concern waar door twee herstructureringen in de loop van het jaar 2009 drie verschillende fiscale eenheden voor de vennootschapsbelasting hadden bestaan. Bij de herstructureringen kreeg de oude fiscale eenheid steeds een nieuwe moedermaatschappij. De eerste fiscale eenheid bestond tot en met 21 april 2009. Van 22 april 2009 tot en met 21 december 2009 bestond de tweede en vanaf 22 december 2009 de derde fiscale eenheid. Het concern maakte over het jaar 2009 een verlies, dat tijdsevenredig werd toegerekend aan de drie fiscale eenheden. Bij de verrekening van het verlies van de eerste moedermaatschappij ging de Belastingdienst uit van twee afzonderlijke jaren. Het eerste jaar besloeg het deel van 2009 waarin de eerste moedermaatschappij zelf belastingplichtig was voor de vennootschapsbelasting. Het tweede jaar betrof de periode waarin zij was opgenomen in een fiscale eenheid met de tweede respectievelijk de derde moedermaatschappij.

Volgens de Belastingdienst kon het verlies uit de tweede periode van 2009 daardoor niet worden verrekend met winst van de fiscale eenheid uit 2006, omdat dan meer dan drie jaar zou worden teruggegaan. Die opvatting is volgens de rechtbank Gelderland niet juist. Voor de verliesverrekening moet worden uitgegaan van boekjaren. Omdat het boekjaar van de tweede moedermaatschappij niet was gewijzigd door de vorming van de fiscale eenheid, omvatte het jaar 2009 één boekjaar en niet twee. Dat betekende dat het verlies van 2009 kon worden verrekend met de winst van het jaar 2006.

Send this to a friend