Uitstel bij exitheffingen
Uitstel bij exitheffingen
Uitstel van betaling mogelijk bij exitheffingen
Bij de Tweede Kamer ligt een wetsvoorstel om belastingplichtigen die een zogenoemde exitheffing moeten betalen de mogelijkheid te bieden om te kiezen tussen onmiddellijke betaling en uitstel van betaling.
Als een Nederlandse onderneming haar zetel naar het buitenland verplaatst (‘emigreert’), krijgt de belastingplichtige in de inkomsten- of vennootschapsbelasting te maken met een onmiddellijke belastingheffing. Deze belastingheffing wordt een exitheffing genoemd. De belasting wordt geheven over de op dat moment aanwezige meerwaarden in vermogensbestanddelen waarover Nederland vanwege de emigratie niet langer belasting mag heffen.
Uitstel tot moment van realisatie
Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft in november 2011 beslist dat de Nederlandse exitheffing niet in strijd is met de vrijheid van vestiging. Nederland hoeft geen rekening te houden met eventuele waardedalingen van de vermogensbestanddelen na emigratie, maar Nederland moet wel de mogelijkheid geven tot uitstel van betaling tot het moment waarop de meerwaarden daadwerkelijk worden gerealiseerd. Deze mogelijkheid biedt de huidige Nederlandse wet niet en daarom ligt er momenteel een wijzigingsvoorstel bij de Tweede Kamer. Hierin staat ook de mogelijkheid om te betalen in tien termijnen en worden de administratieve verplichtingen bij uitstel van betaling behandeld. Vooruitlopend op de aanstaande wijziging, keurde de staatssecretaris in december 2011 al goed dat bij emigratie kan worden verzocht om uitstel van betaling.