Terbeschikkingstellingsregeling bij gemeenschap van goederen
Terbeschikkingstellingsregeling bij gemeenschap van goederen
In de praktijk was geruime tijd discussie over de vraag hoe de terbeschikkingstellingsregeling uitwerkt als sprake is van een huwelijksgemeenschap. Moeten bijvoorbeeld de inkomsten uit een pand dat aan de eigen bv wordt verhuurd voor een deel worden toegerekend aan de echtgenote van de dga? Onlangs gaf de minister van Financiën uitsluitsel.
Als een directeur-grootaandeelhouder (dga) van een bv een vermogensbestanddeel uit privébezit gebruikt voor de bv, kan hij te maken krijgen met de terbeschikkingstellingsregeling (tbs-regeling). Op grond van deze tbs-regeling zijn inkomsten uit die ter beschikking gestelde vermogensbestanddelen belast in box 1 van de inkomstenbelasting als resultaat uit overige werkzaamheden. Maar hoe werkt de tbs-regeling bij een dga die in gemeenschap van goederen is getrouwd? De Belastingdienst vindt al sinds de invoering van de tbs-regeling dat de inkomsten uit bijvoorbeeld een aan de eigen bv verhuurd pand, vanwege de huwelijksgemeenschap, voor de helft moeten worden toegerekend aan de echtgenote van de dga. Dit standpunt is ook opgenomen in een beleidsbesluit.
Rechter
De Hoge Raad denkt hier anders over. Begin van dit jaar oordeelde het hoogste rechtscollege dat een ter beschikking gesteld vermogensbestanddeel bij een algehele gemeenschap van goederen moet worden toegerekend aan de echtgenoot die hierover bestuursbevoegd is. Dit bood in de praktijk de mogelijkheid om het tbs-resultaat fiscaal zo gunstig mogelijk toe te rekenen. Het arrest van de Hoge Raad was voor de toen demissionaire minister van Financiën aanleiding om de wet aan te passen. Met ingang van 1 januari 2011 wordt voor de tbs-regeling de 50/50%-toerekening de wettelijke norm als het inkomen valt in een algehele of beperkte gemeenschap van goederen, zo heeft de minister voorgesteld.