Successiewet discrimineert
Successiewet discrimineert
Bedrijfsopvolgingsfaciliteit in Successiewet in strijd met discriminatieverbod
Uit een recente uitspraak van de Rechtbank Breda blijkt dat er in veel gevallen teveel erfbelasting wordt betaald. De bedrijfsopvolgingsfaciliteit in de Successiewet moet namelijk ook gelden in specifieke gevallen bij de verkrijging van privévermogen.
De zaak
De heer X pacht landbouwgrond van iemand die tot 2004 een landbouwonderneming dreef. Deze verpachter overlijdt in 2007, de heer X is zijn erfgenaam. De verkrijging van X bestaat uit het voormalige ondernemingsvermogen van erflater, de aan X verpachte gronden, de machines en de boerderij.
De heer X beklaagt zich over het feit dat hij zoveel successierecht moet betalen. Zou het namelijk nog steeds ondernemingsvermogen van erflater zijn geweest, dan had hij op grond van de bedrijfsopvolgingsfaciliteit een vrijstelling van 75% kunnen claimen.
Rechtbank Breda oordeelt dat X zich terecht beroept op het gelijkheidsbeginsel. De faciliteit is ooit ingevoerd met het oog op het voorkomen van liquiditeitsproblemen en daarmee de continuïteit van de onderneming te waarborgen.
Verhoging van faciliteit van 50% tot 75%
In 2005 is de faciliteit verhoogd van 50 tot 75% en heeft daarmee een willekeurig karakter gekregen. De omstandigheid dat een substantieel gedeelte van het vererfde vermogen buiten de heffing blijft, roept namelijk spanning op met het gelijkheidsbeginsel. De wetgever heeft nagelaten de verhoging goed te onderbouwen en een waarschuwing van de Raad van State in deze zin genegeerd. De wetgever heeft al met al de "wide margin of appreciation' overschreden. De heer X zou met toepassing van de faciliteit € 63.998 successierecht verschuldigd zijn. De aanslag is € 303.609, dus voor het verschil ad € 239.611 wordt een conserverende aanslag opgelegd.
Betekenis van de uitspraak
Nu geldt een andere bedrijfsopvolgingsfaciliteit dan in 2007. De huidige faciliteit is echter op bepaalde punten nog ruimer. Het is daarom mogelijk dat de bedrijfsopvolgingsfaciliteit nog steeds een discriminerende werking heeft. Misschien kunnen verkrijgers van latere erfenissen ook met een beroep op het gelijkheidsbeginsel de bedrijfsopvolgingsfaciliteit toepassen. Men moet wel beseffen dat de Belastingdienst hoger beroep kan aantekenen tegen de uitspraak van Rechtbank Breda. Het is dus maar de vraag of dit verhaal is afgelopen.
Bezwaar maken tegen aanslagen erfbelasting?
De proefprocedure voor de Rechtbank Brede was ingesteld door dhr. Mijnsbergen.
Deze stelt over de uitspraak het volgende: ‘De verwachting is dat iedereen bezwaar gaat maken tegen aanslagen erfbelasting. De uitspraak van Rechtbank Breda lijkt zich ook uit te strekken tot schenkingen waarover schenkbelasting is verschuldigd. Indien de uitspraak van Rechtbank Breda in hoger beroep stand houdt lijkt een aanpassing van de wetgeving onvermijdelijk. In de tussentijd kunnen belastingplichtigen hun rechten veilig stellen door pro forma bezwaar aan te tekenen tegen aanslagen schenk- of erfbelasting.’
Kortom: deze uitspraak krijgt zeker een vervolg.