Privégebruik bestelauto
Privégebruik bestelauto
Bijtelling voor het privégebruik van een bestelauto van de zaak vindt niet plaats als de bestelauto door aard of inrichting (nagenoeg) uitsluitend geschikt is voor vervoer van goederen. De bewijslast daarvoor rust op degene die de bestelauto gebruikt.
Naar het oordeel van Hof Den Haag slaagde een ondernemer in het bewijs dat een voor zijn onderneming gebruikte bestelauto aan deze voorwaarden voldeed. Dat bewijs leverde hij met foto’s, tekeningen en technische gegevens van de bestelauto. Daaruit bleek dat het ging om een verlengde en verhoogde bestelauto. De afmetingen van de laadruimte waren afgestemd op de werkzaamheden van de onderneming. Het hof schrapte de bijtelling voor deze bestelauto.
Dat had niet tot gevolg dat de hele aangebrachte inkomenscorrectie verviel. De inspecteur deed een geslaagd beroep op de mogelijkheid van interne compensatie. In delen van het betreffende jaar had de ondernemer de beschikking over twee andere bestelauto’s. Voor deze auto’s was aanvankelijk geen rekening gehouden met een bijtelling voor privégebruik. Via interne compensatie wilde de inspecteur dat alsnog doen. Het hof stond dat voor een van de bestelauto’s toe. Van die auto stond vast dat deze tot het ondernemingsvermogen had behoord. Er was geen kilometeradministratie waaruit bleek dat het privégebruik minder dan 500 km bedroeg. Omdat niet vaststond dat de andere bestelauto tot het ondernemingsvermogen had behoord of dat de kosten daarvan ten laste van de winst uit onderneming waren gekomen, was een bijtelling voor privégebruik niet aan de orde.