Onderscheid tussen smartphones en tabletcomputers
Onderscheid tussen smartphones en tabletcomputers
Met de huidige generatie mobiele telefoons kun je allang niet meer alleen bellen en een sms versturen. Het verschil tussen ‘mobiele communicatiemiddelen’ en ‘computers’ is in rap tempo aan het vervagen. Prettig voor de consument, maar verwarrend voor de Belastingdienst. In de wet gelden immers andere regels voor mobieltjes dan voor computers.
De verstrekking van een mobiele telefoon en dergelijke communicatiemiddelen (bijvoorbeeld een smartphone en een BlackBerry) is onder de werkkostenregeling belastingvrij als een werknemer deze middelen voor meer dan 10% zakelijk gebruikt. Een ter beschikking gestelde computer daarentegen is alleen onbelast als deze op de werkplek blijft en bovendien voor 90% of meer zakelijk wordt gebruikt. Het liefst schaart u dus zoveel mogelijk onder de regeling voor verstrekte telefoons. Onder de oude regels voor kostenvergoedingen en verstrekkingen gelden overigens soortgelijke voorwaarden.
Onlangs scherpte de staatssecretaris van Financiën het onderscheid tussen een mobieltje en een computer weer eens verder aan. Het was al bekend dat smartphones zoals een BlackBerry of een iPhone onder het begrip ‘mobiele communicatiemiddelen’ mogen vallen. Maar nu heeft de staatssecretaris aangegeven dat de Belastingdienst er bij deze apparaten vanuit gaat dat sprake is van een apparaatje met een beeldscherm van diagonaal niet meer dan 7 inch (17,78 cm.). Het beeldscherm en de invoermogelijkheden zijn bij deze apparaten te beperkt voor langdurig gebruik als computer. Wel staat het werkgevers uiteraard vrij om aannemelijk te maken dat een specifiek apparaat met een groter scherm, zoals een tablet, toch een communicatiemiddel is.
Zogenoemde pocket-pc’s, mininotebooks, netbooks, e-readers en navigatieapparatuur vallen niet onder het begrip communicatiemiddelen. Dergelijke apparatuur is hetzij geschikt voor algemeen gebruik, hetzij voor een specifiek ander gebruik dan als communicatiemiddel. Deze apparatuur valt onder de regeling voor computers en dergelijke. De staatssecretaris verwacht dat door de technische ontwikkelingen het onderscheid tussen computers en communicatiemiddelen (verder) zal vervagen. Tegen die tijd zal hij bekijken in hoeverre dit onderscheid in de fiscale regelgeving aanpassing nodig heeft.