Niet langer sprake van een eigen woning
Niet langer sprake van een eigen woning
Voor een eigen woning geldt een bijzondere regeling in de Inkomstenbelasting. In afwijking van andere vermogensbestanddelen valt de eigen woning niet in box 3 maar in box 1 van de Inkomstenbelasting. Als voorwaarde voor de kwalificatie eigen woning geldt dat een woning aan de belastingplichtige of personen die behoren tot zijn huishouden anders dan tijdelijk als hoofdverblijf ter beschikking staat. In een aantal gevallen kan een woning die niet als hoofdverblijf wordt gebruikt, maar die voorheen als eigen woning ter beschikking heeft gestaan, als eigen woning worden aangemerkt. Een van de voorwaarden daarvoor is dat de woning niet aan derden ter beschikking wordt gesteld. Derden zijn alle personen die niet tot het huishouden van de belastingplichtige behoren. Ter beschikking stellen van de woning houdt niet alleen in verhuur van de woning, maar ook gedogen dat anderen de woning gebruiken.
In een voorkomend geval liet een vader die in het buitenland werkte en woonde, zijn dochter wonen in het huis dat hij in Nederland aanhield. Volgens Hof Den Bosch behoorde de dochter niet tot zijn huishouden. Het hof vond echter dat de woning niet aan derden ter beschikking was gesteld omdat de woning niet aan de vrije beschikkingsmacht van vader was onttrokken. De Hoge Raad oordeelde anders. Omdat de dochter niet meer tot het huishouden van vader behoorde, was zij een derde. De dochter had de beschikkingsmacht gekregen over de woning, omdat zij daar mocht wonen. Dat leidde ertoe dat vader de woning ter beschikking stelde en er dus geen sprake was van een eigen woning. Niet van belang is dat vader zelf gebruik kan maken van de woning wanneer hij tijdelijk in Nederland is.
De staatssecretaris van Financiën heeft in een besluit uit 2009 goedgekeurd dat een woning een eigen woning blijft als de ouders gedurende een uitzending naar het buitenland de woning aanhouden en de kinderen in de woning blijven wonen. Die goedkeuring was in dit geval niet van toepassing omdat de dochter aanvankelijk met haar ouders was meeverhuisd en pas later was teruggekeerd naar de woning in Nederland.