Leden in dienst bij vereniging
Leden in dienst bij vereniging
Een van de drie criteria voor het bestaan van een privaatrechtelijke dienstbetrekking is de aanwezigheid van een gezagsverhouding. Een procedure voor Hof Amsterdam had betrekking op de vraag of er een gezagsverhouding bestond tussen een vereniging en haar leden.
De leden van de vereniging waren verplicht om bepaalde werkzaamheden te verrichten voor de vereniging. Zij ontvingen daarvoor een vaste maandelijkse vergoeding. Uitgangspunt was dat de leden per week 16 uur werkten. Meer- of minderuren werden gecompenseerd. Anders dan de rechtbank was Hof Amsterdam van oordeel dat er een gezagsverhouding bestond tussen de vereniging en haar leden. Hoewel ieder lid van de vereniging ook als stemgerechtigde (mede) beleidsbepaler fungeerde, was de vereniging bevoegd om instructies te geven over de wijze waarop de werkzaamheden door de leden moesten worden uitgevoerd. De vereniging maakte van die bevoegdheid gebruik. De leden waren verplicht om zich aan de door de vereniging geformuleerde aanwijzingen te houden. Wanneer een van de leden niet optimaal functioneert of structureel te laat komt, volgt een functioneringsgesprek en uiteindelijk mogelijk een schorsing of ontzetting.