Herinvesteringsreserve alleen bij daadwerkelijk intentie

Herinvesteringsreserve alleen bij daadwerkelijk intentie

Voor het vormen van herinvesteringsreserve moet er daadwerkelijk de intentie zijn om te gaan herinvesteren. Uit het gedrag van de ondernemer moet afgeleid kunnen worden dat deze intentie er was.

Dit is de conclusie van de Rechtbank Zeeland- West Brabant. In deze zaak ging om een pompstationhouder die zijn tankstation heeft verkocht in 2007. De ondernemer was van mening dat hij voor de boekwinst een herinvesteringsreserve kon vormen. Dit omdat hij de intentie had, naar eigen zeggen, om een ander tankstation te gaan kopen. Hij heeft hiertoe regelmatig in het vakblad gekeken om te kijken of er een geschikt station was. Hij heeft ook zijn adviseur gevraagd dit te doen.

De inspecteur heeft hiertegen ingebracht dat er geen enkel bewijs is van het feit dat er daadwerkelijk de intentie is om een ander tankstation te kopen. Dit onder andere omdat de ondernemer in 2007 na de verkoop geruime tijd in Italië was.

De rechtbank volgt de redenering van de inspecteur en komt tot de conclusie dat de ondernemer van niet plan was om de onderneming voort te zetten en heeft zijn onderneming gestaakt. Hierdoor is de vorming van herinvesteringsreserve niet mogelijk