Fiscale eenheid BV en stichting
Fiscale eenheid BV en stichting
In Nederland gevestigde ondernemers die in financieel, organisatorisch en economisch opzicht een eenheid vormen worden bij beschikking van de inspecteur als één ondernemer voor de omzetbelasting aangemerkt. De Hoge Raad heeft in een arrest uit 1990 ten aanzien van stichtingen geoordeeld dat zij alleen dan financieel zijn verweven als de financiële positie van het ene lichaam rechtstreeks afhankelijk is van of van invloed is op de financiële positie van het andere lichaam.
Een BIG-geregistreerde anesthesioloog was enig aandeelhouder en bestuurder van een holding BV. De holding was enig aandeelhouder en bestuurder van een BV. De anesthesioloog en zijn echtgenote waren de twee werknemers van deze BV. De anesthesioloog was ook de oprichter van een stichting, die een zelfstandig behandelcentrum voor medisch specialistische patiëntenzorg exploiteerde. De stichting had geen werknemers in dienst maar kocht diensten in van derden. De vraag was of er een fiscale eenheid voor de omzetbelasting bestond tussen de BV en de stichting. Volgens de rechtbank was dit het geval. Via de holding had de anesthesioloog de zeggenschap in de BV en als bestuurder had hij voldoende zeggenschap om de financiële positie van de stichting in de gewenste verhouding ten opzichte van hemzelf te brengen. De anesthesioloog was de persoon die de stichting jegens derden vertegenwoordigde en ook degene die de prijzen bepaalde die de BV berekende aan de stichting. Omdat hij als bestuurder over de bankrekeningen van de BV en de stichting kon beschikken, waren de BV en de stichting via de anesthesioloog financieel verweven.