Belasting heffen over onduidelijk inkomen
Belasting heffen over onduidelijk inkomen
Het hof stond voor een zaak waarbij een man in het verleden in de maanden van januari tot en met oktober in hetzelfde jaar op twee bankrekeningen contante stortingen heeft gedaan. Daarnaast werd er een storting gedaan die over het loon van december van dat jaar zou gaan.
De man verklaarde in dienstbetrekking te zijn bij een werkgever. Na controle was voor de inspecteur aannemelijk dat dit niet het geval was. De genoemde werkgever was een vennootschap die maar een paar maanden had stand gehouden. De loonstrook van de man bevatte ook een loonbelastingnummer dat niet bij de genoemde vennootschap hoorde.
De inspecteur mocht van het Hof uitgaan van een onbekende bron van inkomen, waarover hij inkomstenbelasting kon heffen. Het tegenbewijs van de man was niet genoeg om alles te dekken. De man beweerde dat hij het geld van vrienden en kennissen had geleed naar had hier geen bewijs voor. Het enige wat hij aannemelijk kon maken was een bedrag van € 8.900 dat hij in contanten had ontvangen van een opdrachtgever, om over te maken op de rekening van een ander. De aanslag werd daarom verminderd met € 8.900.