Aan- en verkoop onroerende zaak
Aan- en verkoop onroerende zaak
Iemand kocht in oktober 2004 een onroerende zaak met de bedoeling deze te verbouwen tot appartementen. De levering vond plaats op 1 maart 2005. Op dezelfde dag werd de zaak door de koper doorgeleverd aan een volgende koper. Volgens de tweede akte van levering was de tweede koop gesloten in februari 2005.
Het met aan- en verkoop behaalde voordeel werd niet als resultaat uit werkzaamheid verwerkt in de aangifte. Wel had de eerste koper de onroerende zaak voor de hogere verkoopprijs in box 3 opgenomen, met daartegenover als schuld de door hem nog te betalen (lagere) koopsom. Na een boekenonderzoek legde de Belastingdienst een navorderingsaanslag op over het jaar 2005. Op grond van een getuigenverklaring van de tweede koper vernietigde het hof de navorderingsaanslag.
De tweede koper verklaarde dat hij al in het najaar van 2004 mondeling overeenstemming had bereikt over de doorverkoop aan hem van de onroerende zaak. De koop zou hebben plaatsgevonden zonder ontbindende voorwaarden. Behalve op het punt van de ontbindende voorwaarden bestreed de inspecteur de verklaring van de tweede koper niet. Naar het oordeel van het hof had de inspecteur het behaalde voordeel in 2004 moeten belasten. In ieder geval had de eerste koper in 2005 met betrekking tot deze onroerende zaak geen resultaat uit werkzaamheid gerealiseerd.