landbouwbedrijf en golfbaan samen een onderneming

landbouwbedrijf en golfbaan samen een onderneming

Nevenactiviteit VOF

Een VOF die aanvankelijk een landbouwbedrijf exploiteerde heeft op die landbouwgrond ook een golfbaan aangelegd en zij exploiteerde deze ook. De vraag in deze was in hoeverre de golfbaan een nevenactiviteit was van de VOF en of er sprake was van onttrekking van de landbouwgrond. Indien er sprake is van een nieuwe onderneming dan zou er ook sprake zijn van onttrekking van de landbouwgrond, wat zou leiden tot winst in het landbouwbedrijf.

De Belastingdienst merkte de exploitatie van de golfbaan niet aan als een nevenactiviteit van het landbouwbedrijf. De VOF vond dat er voldoende onderlinge samenhang was tussen beide activiteiten en er dus sprake was sprake van één landbouwbedrijf. Er was geen landouwgrond onttrokken.

rechtbank
Volgens de rechtbank was de golfbaan niet dienstbaar aan de feitelijke uitoefening van het landbouwbedrijf. Het golfterrein droeg wel bij aan het resultaat van de VOF, maar niet aan het voortbrengen van landbouwproducten. De gebruikte grond voor de golfbaan had geen functie in het landbouwbedrijf. Daarom was de grond onttrokken aan het landbouwbedrijf en moest in de winst verantwoord worden voor het verschil tussen boekwaarde en de waarde in het economisch verkeer van de grond.

Hof
Anders dan de rechtbank beoordeelde Hof Amsterdam de vraag of sprake was van één of twee ondernemingen niet vanuit het begrip landbouwbedrijf. Volgens het hof zijn de aard, de wijze van organisatie en de relatieve omvang van de activiteiten bepalend. Gezien de omvang van de investeringen in de aanleg van de golfbaan en bijbehorende voorzieningen en de met de exploitatie van de golfbaan gerealiseerde omzet, was sprake van een nieuwe onderneming naast de bestaande. Ook het hof kwam tot de conclusie dat voor de exploitatie van de golfbaan grond aan het landbouwbedrijf was onttrokken.